Tussen 27-5 en 10-6 heeft de Wet stikstofreductie en natuurherstel ter consultatie gelegen. De wet is onderdeel van de stikstofaanpak die het kabinet heeft bedacht om vergunningverlening voor activiteiten die leiden tot depositie van NOx of ammoniak op beschermde Natura 2000-gebieden weer te vereenvoudigen. In mijn inbreng in de consultatie concludeer ik dat de voorgestelde aanpak:

  • Op vrijwel dezelfde logica is gebaseerd als het PAS
  • Onvoldoende helpt om natuur duurzaam te herstellen
  • Het de vergunningverlening onnodig complex maakt
  • Financiële middelen niet op een effectieve manier inzet
  • Juridische problemen gaat geven
  • En het vertrouwen in de overheid ondermijnt

Wat opvalt in de bijbehorende brief die de Minister op 24 april heeft toegestuurd is dat die een onvolledig en ten onrechte rooskleurig beeld schets van de mogelijkheden en effecten van de voorgestelde aanpak. Dat doet sterk denken aan de wijze waarop het PAS tot stand is gekomen. We weten nu dat er een groot verschil is tussen de retoriek en de realiteit van het stikstofbeleid in het afgelopen decennium. Ondanks beloften over herstel van natuur en reductie van de stikstofdepositie is de staat van instandhouding van met name stikstofgevoelige gebieden niet verbeterd en deels zelfs verslechterd en is de depositie juist weer toegenomen.

Dat komt omdat de focus van het stikstofbeleid veel te veel is gericht op vergunningverlening in plaats van op natuurbescherming en dat adviezen van experts en inzichten uit eerdere uitspraken van de Raad van State structureel zijn genegeerd. Die keuze heeft geleid tot een hele reeks juridische procedures en alle bij behorende problemen en kosten. Het huidige voorstel is in grote lijnen een voortzetting van die aanpak, alleen het potentieel inzetbare budget is verhoogt.

Wat mij verder opvalt bij de voorgestelde aanpak is dat overheden hele hoge kosten moeten maken, deels om schade van het PAS te herstellen, en deels om anderen de mogelijkheid te geven om stikstof uit te stoten.

Hoe zit het met het principe de vervuiler betaalt? Dit Principe volgt onder meer uit het EU verdrag en het is ook opgenomen in de Omgevingswet.

Nu lijken de kosten voor het oplossen van de negatieve effecten van stikstofdepositie én de kosten voor het opzetten en draaiende houden van een complex en duur vergunningverleningssysteem grotendeels bij de overheid te liggen. Je kunt je afvragen waarom die kosten niet – in ieder geval deels – worden verhaald op de vervuilers? Dan heb je namelijk een prikkel om de stikstofuitstoot te verminderen.

Op verzoek van de Groene11 heb ik op maandag 9 juni tijdens een online bijeenkomst over het Nederlandse stikstofbeleid mijn reflecties op het voorliggende wetsvoorstel stikstofreductie en natuurverbetering en de bijbehorende structurele aanpak gedeeld met een aantal Tweede Kamerleden.

Deze presentatie is al pdf te downloaden.