De huidige stikstofcrisis is een ecologische crisis. Vanuit de natuur bekeken is de te hoge stikstofdepositie een belangrijk milieuprobleem, maar zeker niet het enige: ook verdroging, versnippering van natuur en het gebruik van bestrijdingsmiddelen eisen hun tol. In de natuur is alles met alles verbonden. Daarom moeten we de problemen oplossen vanuit het perspectief van de natuur. Als je dat doet, zie je dat er – behalve reductie van stikstof – vooral meer ruimte voor natuur nodig is1.

Meer natuur betekent: grotere gebieden, meer landschappelijke eenheid en meer soorten beschermen. Grotere gebieden in landschappelijk logische eenheden bieden meer ruimte voor natuurlijke kringlopen en processen en zijn daardoor robuuster en beter bestand tegen drukfactoren en verstoring. En meer soorten betekent dat je je ook kunt richten op soorten die snel reageren op maatregelen, waardoor je kunt sturen op verbetering in plaats van alleen op een juridisch vastgelegd einddoel.

In Nederland hebben we de natuur extra kwetsbaar gemaakt door voortdurend te sturen op de ondergrens. In het Biodiversiteitsverdrag 2020 van de Verenigde Naties is afgesproken dat ieder land minimaal 17% van land en binnenwater aanwijst als beschermde natuur. De Europese Unie melde haar Natura 2000 areaal aan en haalde met 18% de doelstelling nipt. Nederland komt op basis van Natura 2000 maar tot 15%. En die 15% is een geflatteerde score want van het landoppervlak is slechts 9% beschermd. Het percentage valt hoger uit doordat grote binnenwateren zoals het IJsselmeer zijn toegevoegd. Het Natura 2000 netwerk is daardoor geen evenwichtige afspiegeling van de biodiversiteit in Nederland. Het functioneert dan ook maar matig als instrument om de soorten van de Vogel- en Habitatrichtlijn te beschermen. Om vervolgens de afgesproken 17% te kunnen halen, heeft Nederland het Nationaal Natuurnetwerk Nederland (NNN) toegevoegd. Daarmee komt Nederland uit op 26%. Het NNN is echter veel minder goed beschermd en bovendien bestaat een derde ervan uit bossen die voornamelijk een houtproductiefunctie hebben.

Bij het bepalen van het oppervlak beschermde natuur is een aantal zaken van belang. Ten eerste is dat het verschil tussen wettelijk beschermde natuurgebieden en natuurgebieden die alleen planologisch beschermd zijn. Dit verschil is het resultaat van het kabinetsbesluit uit 2011 om de wettelijke bescherming van veel natuurgebieden te schrappen. In Nederland hebben de Natura 2000 gebieden een wettelijke bescherming. De rest van het Nationaal Natuurnetwerk Nederland is alleen beschermd via regels die zijn vastgelegd in de provinciale omgevingsverordeningen. Die regels zijn veel minder strikt en laten veel meer ruimte voor het toestaan van activiteiten met mogelijk negatieve gevolgen. Ook het effect van activiteiten buiten het natuurgebied wordt door de meeste provincies niet beoordeeld, iets dat bij Natura 2000 wel het geval is. Vanwege dit verschil in bescherming vinden overheid de hoge stikstofdepositie op de Veluwe wel een probleem, maar de hoge stikstofdepositie op de Utrechtse Heuvelrug niet. De status ‘beschermd natuurgebied’ heeft dus uiteenlopende betekenissen. Ten tweede is het relevant te kijken naar het type natuur en het daadwerkelijk gebruik van een beschermd natuurgebied. Nederland heeft veel grote wateren opgenomen in het Natura 2000 netwerk. Van het totale oppervlak Natura 2000 gebied is ongeveer de helft water (IJsselmeer, Voordelta, Waddenzee) en de helft land. Van het totale landoppervlak van Nederland is slechts 9% aangewezen als Natura 2000 gebied. En van die 9% bestaat een substantieel deel uit productiebossen en bijna 20% uit bouwland en weilanden met als hoofdfunctie landbouw2. De grote wateren worden ook intensief gebruikt waarbij natuurbescherming lang niet altijd op de eerste plaatst komt. Een derde aandachtspunt is de daadwerkelijke bescherming en handhaving van wet- en regelgeving. Ook die laat het nodige te wensen over in Nederland. De wettelijke bescherming van natuur is geminimaliseerd3 en de resterende regelgeving wordt matig tot slecht uitgevoerd en gehandhaafd4, zoals we bijvoorbeeld zien bij de stikstofproblematiek, maar ook verdroging, het gebruik van pesticiden en het toestaan van allerlei recreatieve activiteiten in beschermd natuurgebied. Wat rest aan bescherming is vooral het resultaat van natuurbeschermingsorganisaties die bescherming afdwingen via de rechtbank. Met de komst van de Omgevingswet is de verwachting dat de bescherming van veel natuurwaarden nog zwakker zal worden5.

Op papier kun je misschien nog weg komen met een rooskleurige voorstelling van zaken, maar al die percentages beschermde natuur zijn niet voor niets afgesproken. Het zijn onderbouwde inschattingen van wat nodig is om ecosystemen te laten functioneren. Als je daar geen goede inhoudelijke invulling aan geeft, organiseer je je eigen falen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Nederland Europees gezien een hekkensluiter is op het gebied van natuurbescherming. We hebben niet alleen de hoogste stikstofuitstoot, maar simpelweg ook te weinig beschermde natuur. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft becijferd dat 150.000 hectare aan nieuwe natuurgebieden nodig is om de natuur in Nederland duurzaam te kunnen beschermen. Dat is grofweg 7% van het huidige landbouwareaal. Ook internationaal wordt de roep om meer beschermde natuur sterker. Zo heeft de Europese Commissie in de EU biodiversiteitsstrategie 2030 afgesproken dat 30% van land- en zeeoppervlak beschermd moet worden, waarvan 10% strikt beschermd. 

Die aanscherping van ambities komt er niet voor niets. Het natuurbeleid is bedoeld om een einde te maken aan het grote uitsterven dat we kennen uit de 19e en 20e eeuw waarin we veel van onze biodiversiteit zijn kwijtgeraakt. Aan het feit dat we ook in de laatste 20 jaar niet in staat zijn geweest om ons te houden aan het zogeheten verslechteringsverbod uit de Habitatrichtlijn danken we nu de stikstofcrisis. En in 2027 wacht ons een vergelijkbare crisis vanuit de Kaderrichtlijn Water. Behalve stikstof, pesticiden en verdroging aanpakken, is er dus vooral ook extra ruimte nodig voor natuur. Het goede nieuws is dat Nederland daar heel veel mooier en gezonder van wordt. Wie wil dat nou niet?

Raoul Beunen, Stefan Pasma (ongerepte-natuur.nl) en Sander Turnhout (soortennl)

1Dit is een bewerkte versie van het artikel dat op 6 juli 2022 is gepubliceerd in de Volkrant

2 Antwoord op kamervragen over meetellen landbouwgrond als Natura 2000-gebied

3 Beunen, R., & Kole, S. (2021). Institutional innovation in conservation law: Experiences from the implementation of the Birds and Habitats Directives in the NetherlandsLand Use Policy108, 105566.

4 Bastmeijer, K. & Kreveld, A. van (2019) Decentraal natuurbeleid onder de Wet natuurbescherming.

5 https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=28384